Gestroomlijnde aanpak voor de militaire domeinen

Op 2 april 2012

In het kader van het zogenaamde plan ‘Voltooiing transformatie’ besliste het kernkabinet van de Federale Regering enkele jaren terug om een 70-tal militaire terreinen af te stoten. Die vrijgekomen terreinen kunnen een nieuwe invulling krijgen en hun rol spelen bij het vervullen van maatschappelijke noden. Voor een 30-tal van deze terreinen werd reeds een herbestemming doorgevoerd in functie van natuur, bedrijvigheid , wonen, gemeenschapsvoorziening , landbouw , recreatie en sport (categorie 1). Een 20-tal terreinen zitten reeds in een proces tot herbestemming (categorie 2). Ook hier zal de herbestemming bijdragen aan ruimte voor natuur en bos, landbouw, gemeenschapsvoorzieningen, wonen, bedrijvigheid, recreatie en sport.

GECOORDINEERDE AANPAK

“De militaire domeinen bieden zowel voor de Vlaamse agentschappen als voor de lokale besturen belangrijke opportuniteiten”, zegt Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters “Er zullen ook grote gebieden van de federale overheid gekocht moeten worden. Vandaar dat we een gecoördineerde aanpak voorstellen wat de herbestemming betreft enerzijds, maar anderzijds ook wat betreft de opvolging van de dossiers.”

 Lopende projecten, die in overeenstemming zijn met de globale ruimtelijke visie, worden niet in vraag gesteld. Concreet gaat dat over de terreinen uit de eerste en de tweede categorie. De terreinen uit categorie 3 werden elk gepositioneerd in de gewenste ruimtelijke structuur op Vlaams, provinciaal en gemeentelijk niveau. De belangrijkste elementen in die beoordeling waren de omvang, de aard van het terrein en het huidig ruimtegebruik gekoppeld aan de draagkracht van de omgeving. “Een onbebouwd terrein in buitengebied zal logischerwijs eerder richting landbouw, natuur of bos evolueren, terwijl voor terreinen in stedelijk gebied eerder naar stedelijke functies gezocht wordt, zoals bijvoorbeeld wonen, bedrijvigheid of scholen”, zegt minister Muyters.

 Om de noodzakelijke bestemmingswijzigingen door te voeren werden ook de meest geschikte bestuursniveaus aangeduid. “In die beoordeling speelden vooral de oppervlakte van het terrein, de ligging van het terrein en de impact van de te onderzoeken functies en rol’, vult Muyters aan. “Het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten kunnen vanaf vandaag aan de slag met hun onderzoek naar de gewenste bestemmingswijziging.” 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is